Onze ambassadeurs | BoesCoolTuur

Claudia Patacca

Cultuur is een onmisbare factor in iedere beschaving. Muziek verbroederd, overschrijd grenzen en gaat altijd over de dialoog: die tussen musici zelf, maar net zo belangrijk, die met het publiek. Vooral voor kinderen is het belangrijk dat ze op een zo breed mogelijke manier met cultuur in aanraking komen, ervan kunnen proeven en leren. Mijn vakgebied is klassieke muziek en een doelstelling is om ze te laten ervaren hoe gaaf en cool klassieke muziek kan zijn. En zoals Beethoven al schreef: “Muziek is een hogere openbaring dan alle wijsheid en filosofie”.

Bart Huskes

Door creatie krijg ik een doel. Elke keer als ik iets nieuws maak lijkt er weer een volgend hoofdstuk in mijn leven te zijn aangebroken. Je hoef jezelf niet alleen tot muziek te beperken, je kan over echt alles nadenken, in jouw kunst ben jij immers de baas. En je mag er natuurlijk ook lol aan beleven ;) Iedereen begint bij stap één, maar dan moet je hem wel nemen!

Bertien Minco

‘Als ik gitaar speel, ben ik gelukkig’ zei de 12-jarige Ahmad laatst tegen ons.
‘Dan denk ik even niet aan bijvoorbeeld mijn familie in Syrië’. Zijn klasgenote Nicky valt hem bij: “als ik dans dan denk ik even niet aan de ruzies thuis.”
Dit is de reden waarom het Jeugdcultuurfonds bestaat. Alle kinderen hebben recht op deze momenten van geluk en op het ontwikkelen van hun creativiteit.

Niek Boes

"Kunst en cultuur in welke vorm dan ook is een super coole belevenis in je leven.
Hoe leuk is het om eens rond te neuzen wat Oldenzaal te bieden heeft. Denk eens aan toneel spelen of zingen. Het is spannend en leuk.
Of musiceren, tekenen en schilderen. Je kunt ook een boekje of een liedje schrijven. Je wordt er blij van. En wie weet kun je er later iets mee in je beroep, net als ik."

Herman Finkers

"Haal kunst en cultuur weg uit een beschaving en je hebt geen beschaving meer. We praten nu nog over de Oude Egyptenaren en de Oude Grieken; niet omdat ze veel geld verdienden maar vanwege hun cultuur. In de Tweede Wereldoorlog stelde men Churchill voor een groot deel van de Britse kunstschatten te verkopen, om de oorlog te financieren. Waarop Churchill geantwoord schijnt te hebben: 'Maar waar vechten we dan nog voor?'"